Paragrafen

Paragraaf Grondbeleid

Inleiding    
Grondbeleid bevindt zich op het snijvlak tussen omgevingsbeleid en financiën. Grondbeleid is daarbij geen doel op zich maar een essentieel middel om mede uitvoering te geven aan gemeentelijke beleidsdoeleinden op het gebied van wonen, werken, duurzaamheid, energietransitie, welzijn, infrastructuur, recreatie, cultuur, milieu en landschapsontwikkeling. Het beleid moet passen binnen de financiële mogelijkheden en doelstellingen van de gemeente. Met het grondbeleid wordt bepaald of en hoe instrumenten, zoals bijvoorbeeld onteigening of kostenverhaal, worden ingezet om de gestelde doelen te realiseren.
Naast de ontwikkelingen en de visie op grondbeleid zoomt de paragraaf grondbeleid in op de uitgangspunten en kaders waarbinnen het grondbeleid wordt uitgevoerd.
Het grondbeleid van de gemeente Teylingen laat zich omschrijven als; faciliteren waar kan en optreden waar nodig. De gemeente voert dus een passief grondbeleid maar schroomt niet actief te worden als de situatie daarom vraagt.

Ontwikkelingen

De gemeente heeft een groot aantal ambities vervat in de 'Structuurvisie 2030 gemeente Teylingen DUURZAAM BLOEIEND'. De beschreven ambities geven richting aan het omgevingsbeleid dat de komende jaren gevoerd moet worden en het afgelopen jaar gevoerd is. Deze ambities zijn verder uitgewerkt in diverse uitvoeringsprogramma's. De Structuurvisie, Woonvisie en het Raadsprogramma (coalitieakkoord) 2018-2022 hebben richting gegeven aan onderwerpen als de gewenste woningvoorraad en behoefte, gebiedsontwikkeling, openbare ruimte en duurzaamheid. Grondbeleid is in financieel- economische zin dienstbaar aan het realiseren van doelstellingen op deze terreinen en de uitvoering van het grondbeleid, via de inzet van instrumenten van grondbeleid, wordt daar mede door bepaald.

Visie op grondbeleid  
De gemeente Teylingen voert in de basis een passief grondbeleid en waar dat voor de hand ligt, treedt zij actief op. Het overgrote deel van de doelstellingen op ruimtelijk gebied bereikt de gemeente door te faciliteren. De grond en het vastgoed zijn namelijk voor het overgrote deel in bezit van andere partijen. Dat houdt in dat de gemeente voorwaarden stelt waaronder ontwikkelingen kunnen plaatsvinden zoals het verhalen van kosten. Daar waar de gemeente de regierol op zich neemt zal zij zelf de grondexploitatie gaan voeren. De redenen om zelf de regie te nemen, zijn divers. Het kan bijvoorbeeld zijn dat marktpartijen geen potentieel zien in de ontwikkelingen (met name recreatie), het een wettelijke taak is van de gemeente (infrastructuur) of, de markt er onderling niet uitkomt en het plan toch van cruciaal belang is voor Teylingen (Hooghkamer, bedrijventerrein Oosthoutlaan).

UITGANGSPUNTEN EN KADERS (de belangrijkste)  
Besluit Begroting Verantwoording / Renteomslag

  • Vennootschapsbelasting
  • Notitie Grondbeleid
  • Nota grondbeleid
  • Financiële positie in relatie tot reserves en voorzieningen
  • Grondbeleid en risico’s

Besluit Begroting Verantwoording / Renteomslag  
Om de transparantie en de vergelijkbaarheid te verbeteren en de administratieve lasten terug te dringen is in het BBV met ingang van het begrotingsjaar 2017 een aantal wijzigingen doorgevoerd. Wijzigingen die effect hebben op de voorraad gronden zijn:

  • de rentetoerekening wordt gebaseerd op werkelijke rente over het vreemd vermogen.
  • richttermijn voor een grondexploitatie wordt tien jaar. Voor langer durende grondexploitaties komt een aanvullende beheersmaatregel.
  • afschaffing van de categorie ‘Niet in exploitatie genomen gronden’. De gronden vallen voortaan onder de materiële vaste activa.

Vanwege fiscale regelgeving en het BBV zijn de complexen Bloementuin, Gemeentewerf Warmond en Hooghkamer (de gemeentelijke grondexploitatie) ingebracht in de categorie "Bouwgrond in exploitatie" (Bie) en is het complex Langeveld, omdat dit complex vooralsnog niet zelf wordt ontwikkeld, ingebracht als materieel vast actief (MVA). Het project Hooghkamer is een gemengde activiteit, naast een Bie-activiteit wordt ook een faciliterende activiteit met exploitatieplan onderkend. Het faciliterend deel betreft te verhalen kosten op ontwikkelaars, gebaseerd op het exploitatieplan en wordt als een vordering binnen het project vastgelegd. Aan de te verhalen kosten wordt de rente op basis van het door de raad vastgesteld renteomslag- percentage toegerekend.

Vennootschapsbelasting (VPB)  
Sinds 1 januari 2016 geldt voor gemeenten de VPB-plicht, indien handelingen beschouwd worden als ondernemersactiviteit. De winst die wordt gemaakt met het uitvoeren van (actief) grondbeleid (bouwgrond in exploitatie) is in beginsel belastbaar voor VPB. Jaarlijks dient herbeoordeling plaats te vinden. De projecten vallend onder 'Bouwgrond in exploitatie' worden sinds 2017 in de VPB aangifte betrokken. De herbeoordeling voor 2020 kan gelet op het afsluiten van het complex Gemeentewerf Warmond tot een andere uitkomst leiden.

Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken  
Sinds de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) in 2016 heeft de commissie BBV diverse uitingen gedaan en een veelheid aan vragen beantwoord over grondexploitatie en grondbeleid en daarmee samenhangende problematiek. Teneinde dit complexe vraagstuk voor de gebruiker overzichtelijk te houden is besloten de verschillende uitingen samen te voegen in één document. Met de nieuwe notitie Grondbeleid juli 2019 is daaraan invulling gegeven. Daarbij zijn niet alleen de bestaande notities over grondexploitatie en faciliterend grondbeleid aangevuld en geactualiseerd, maar zijn ook hoofdstukken toegevoegd over het belang van het grondbeleid voor raadsleden en over de paragaaf grondbeleid en de overige paragrafen. Hiermee wordt specifiek ingegaan op de informatiebehoefte voor de raad.
Met deze notitie zijn de volgende notities en uitingen buiten werking gesteld:

  • notitie Grondexploitaties 2016 (maart 2016)
  • notitie Faciliterend grondbeleid (maart 2016)
  • aanvulling Tussentijds winst nemen grondexploitaties (maart 2018)
  • verwerken onderhandenwerk grondexploitatie (februari 2008)

Nota grondbeleid
Het college is bevoegd voor het doen van privaatrechtelijke aan- en verkopen van bijvoorbeeld grond en panden. Dit moet echter wel binnen door de raad vastgestelde kaders gebeuren. Deze kaders heeft de raad bij het behandelen van de nota Grondbeleid vastgesteld. In deze nota wordt aandacht besteed aan de in de verordening artikel 212 Gemeentewet (GW) opgenomen onderdelen genoemd in artikel 28, lid 1:

  • de relatie met de programma’s van de begroting,
  • de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente,
  • te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten,
  • de verwerving en uitgifte van gronden,
  • de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen,
  • de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden.

In de tweede helft van 2021 is gestart met de herziening van de nota Grondbeleid. De nieuwe nota Grondbeleid wordt in 2021 ter vaststelling aan de Raad voorgelegd.

Financiële positie in relatie tot reserves en voorzieningen  
De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s van het grondbeleid zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente. Binnen het weerstandsvermogen van de gemeente wordt rekening gehouden met de risico’s vanuit de grondexploitatie. Het totaal geprognosticeerd resultaat van de genoemde grondexploitatiegebieden is in hoofdlijnen verwerkt in de (toekomstige) mutaties van de algemene reserve en/of voorzieningen.

Grondbeleid en risico’s  
Ruimtelijke projecten zoals grondexploitaties en infrastructurele werken zijn altijd omgeven met risico’s. Risico’s van operationele aard, strategische risico’s maar zeker ook systeemrisico’s, zoals economische ontwikkelingen, die door de gemeente niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn. Jaarlijks worden de ramingen van de nog te realiseren inkomsten en uitgaven van deze projecten geactualiseerd om een solide basis voor de projectbegrotingen te verkrijgen. Maar projecten verlopen soms anders dan op voorhand wordt verondersteld.
Risico’s die optreden kunnen het financiële beeld ten opzichte van die basis aanmerkelijk beïnvloeden. Daarom worden regelmatig risicoanalyses uitgevoerd om risico's te identificeren, te beoordelen en beheersmaatregelen te treffen.

  • De risico’s die zich voordoen binnen de grondexploitaties worden, indien mogelijk, binnen het exploitatieresultaat opgevangen. Dit gaat ten koste het geprognosticeerd resultaat waardoor er minder winst overblijft. Dit heeft gevolgen voor de toekomstige mutaties van de algemene reserve algemene, maar heeft geen gevolgen voor het actuele weerstandsvermogen..
  • Risico's die niet binnen het exploitatieresultaat van grondexploitaties kunnen worden opgevangen, worden meegenomen in de bepaling van het actuele weerstandsvermogen.  

Categorieën projecten Grondbeleid  

In het BBV wordt onderscheid gemaakt in verschillende soorten gronden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gronden die in bezit zijn van de gemeente en gronden die in bezit zijn van derden. Ook is van belang of de gronden een vaste of te veranderen bestemming hebben en met welk doel deze gronden zijn verworven. In lijn met het BBV wordt in Teylingen onderscheid gemaakt in de volgende soorten gronden en projecten:

  • Bouwgrond In Exploitatie (BIE)
  • Faciliterende projecten
  • Warme gronden
  • Materiële Vaste Activa (MVA)

Bouwgrond In Exploitatie (BIE)  
Definitie: gronden welke in eigendom van de gemeente zijn en waarvoor door de gemeenteraad een grondexploitatie-complex met een grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld.

Het startpunt van bouwgrond in exploitatie (BIE) is het raadsbesluit met de vaststelling van het grondexploitatiecomplex, inclusief grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de BIE geopend en kunnen kosten worden geactiveerd en bijgeschreven op de voorraadpositie bij onderhanden werk (bouwgronden in exploitatie) op de balans.
Om de risico’s die samenhangen met zeer lang lopende projecten te beperken is het uitgangspunt dat de looptijd van een grondexploitatie in beginsel maximaal 10 jaar bedraagt.

Afspraken met de raad over de wijze waarop met afwijkingen ten opzichte van de jaarschijf wordt omgegaan zijn vastgelegd in de financiële verordening. Hierin is vastgelegd of afwijkingen ten opzichte van de jaarschijf direct moeten worden gemeld bij de raad of alleen indien en voor zover deze afwijkingen niet passen binnen het totale vastgestelde grondexploitatiecomplex. In dit laatste geval wordt de afwijking meegenomen in de jaarlijkse actualisatie van het grondexploitatiecomplex en daaropvolgende begrotingswijziging. De afspraken kunnen ook een bepaalde bandbreedte behelzen waarbinnen afwijkingen niet direct hoeven te worden gemeld aan de raad.

Relevante onderwerpen

  • Onderbouwing tussentijdse winstneming   

Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat realisatie van winst moet worden uitgesteld tot daarover voldoende zekerheid bestaat. Dit betekent echter niet dat pas winst moet worden genomen bij het afsluiten van het grondexploitatiecomplex. Volgens het realisatiebeginsel dient in de situatie dat voldoende zekerheid is over de winst, de winst te worden genomen. Hierbij dient de percentage of completion (POC) methode te worden gevolgd. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:
1.    het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
2.    de grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én
3.    de kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie genomen).

  • Vastgestelde en gehanteerde parameters

In de grondexploitatie wordt rekening gehouden met een jaarlijkse kostenstijging. Voor de actuele grondexploitaties betreft dat een percentage van 2,5% tot 3,0%. Met een jaarlijkse opbrengstenstijging van de grondverkopen wordt, voorzichtigheidshalve, geen rekening gehouden.

De rentetoerekening aan de grondexploitatie is door de commissie BBV gemaximeerd tot het gewogen gemiddelde van het werkelijke rentepercentage van de externe financieringen. In de paragraaf financiering is opgenomen het gewogen gemiddelde rentepercentage van de externe financiering te weten 2,2%. De verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen is ongeveer 1/3 en 2/3. In verhouding tot de 2,2% is dit afgerond 1%. Dit rentepercentage wordt toegerekend aan de bouwgronden in exploitatie.

Tegelijk is de te hanteren discontovoet door de commissie BBV voor alle gemeenten vastgesteld op 2,0%. Met de discontovoet wordt de eindwaarde (eindresultaat) van de kasstroom teruggerekend naar de actuele netto contante waarde. De vaste discontovoet is vastgesteld met het doel de grondexploitaties van alle gemeenten beter te vergelijken.

  • Risico’s   

Binnen de projecten welke worden uitgevoerd onder het Grondbeleid kan sprake zijn van verschillende onzekerheden en risico’s die het begrote financiële eindresultaat van de grondexploitatie bemoeilijken. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds risico’s met betrekking tot de kosten en opbrengsten die specifiek binnen een grondexploitatie-complex kunnen worden onderkend en anderzijds risico’s die voor de grondexploitatieportefeuille als geheel gelden.

Risico’s project specifiek:
Deze zijn van belang bij de tussentijdse winstneming.

Risico’s portefeuille:
De risico’s voor de portefeuille als geheel gaan in zijn algemeenheid over de verwachtingen ten aanzien van markt- en conjunctuurinvloeden, waardoor prijzen en afzetmogelijkheden over de gehele linie kunnen veranderen ten opzichte van de planning. Hiertoe worden doorgaans scenarioberekeningen gemaakt, met daarbij bandbreedtes voor minimum en maximum invloed op de geprognosticeerde resultaten van de grondexploitatieportefeuille.

De vastgestelde en berekende project specifieke- en portefeuillerisico’s zijn van invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente en moeten in de paragraaf Weerstandsvermogen worden opgenomen.

De projecten

Samenvatting bouwgronden in exploitatie (x € 1.000 )

N = nadelig saldo; meer kosten dan opbrengsten
V = voordelig saldo; meer opbrengsten dan kosten

Faciliterend Grondbeleid
Definitie: Bij faciliterend grondbeleid heeft de gemeente zelf geen grond in haar bezit en voert niet zelf de grondexploitatie, maar gebeurt dit door een private ontwikkelaar. De kosten die de gemeente maakt worden in dat geval verhaald op de private partijen. Er is dus geen sprake van een bouwgrond in exploitatie of een voorraad grond in bezit van de gemeente, maar van een vordering op een derde partij. Feitelijk schiet de gemeente kosten voor die op basis van een overeenkomst worden teruggevorderd bij een derde partij, dan wel op basis van het exploitatieplan mogelijk in de toekomst kunnen worden teruggevorderd van een derde partij.

Voor activiteiten welke uiteindelijk leiden tot de totstandkoming van een te ondertekenen overeenkomst wordt geen budget (voorheen krediet) meer bij de Raad aangevraagd. Het verhalen van deze door de gemeente gemaakte en voorgeschoten kosten is verzekerd en afdwingbaar door het kostenverhaal. Of door een anterieure overeenkomst of door een posterieure overeenkomst.

Relevante onderwerpen

  • Risico’s en verliezen   
  1. op basis van de wetgeving zijn niet alle te maken kosten via de plankostenscan verhaalbaar;
  2. er worden kosten gemaakt welke bij het opstellen van de plankostenscan niet voorzien waren;
  3. uiteindelijk wordt er geen overeenkomst gesloten en/of gaat het project niet door.

Daar waar de niet verhaalbare kosten en/of verliezen zeker zijn worden deze direct ten laste van de algemene middelen van de gemeente gebracht. Daar waar nog sprake is van een inschatting van een risico’s worden deze risico’s  meegenomen in het weerstandsvermogen van de gemeente.

Naast de Facilitaire projecten, waarbij gewerkt wordt aan het opstellen en uiteindelijk ondertekenen van een overeenkomst kan er sprake zijn van Faciliterende projecten in de initiatief- of onderzoeksfase. Hierbij worden verkennende gesprekken gevoerd en mogelijkheden onderzocht. Deze projecten worden in deze paragraaf niet inhoudelijk toegelicht.

Facilitaire projecten in de uitvoeringsfase

Oranje Nassaulaan 17

Het plan heeft betrekking op het verplaatsen van de woning op het perceel. In samenspraak met de welstandscommissie was een eerste opzet van het bouwplan gemaakt. Deze voldoet aan een goede ruimtelijke ordening. Uiteindelijk is hiervoor een bestemmingsplanprocedure doorlopen en is met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst gesloten. In 2020 is het bestemmingsplan door de gemeenteraad vastgesteld. Het vaststellingsbesluit is begin 2021 in werking getreden en is de omgevingsvergunning voor het bouwen van de woning ingediend en verleend. In 2021 is gestart met het bouwen van de woning.

Groot Seminarie

In het rijksmonument Mariëngaerde zijn inmiddels 107 huurappartementen gerealiseerd. Op dit moment wordt Mariënhaven gerevitaliseerd tot 41 zorgeenheden en Marienstaete (’t Kompas)  zal plaats maken voor nieuwbouw van 51 koopwoningen in Marienhof.
Voor het gebied is op 3 juni 2021 door de gemeenteraad het Integraal Plan Groot Seminarie Warmond vastgesteld. Voor dit plan wordt nog een bestemmingsplanprocedure doorlopen en is met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst gesloten. De planning is er op gericht om bestemmingsplanprocedure binnen deze raadsperiode af te ronden (maart 2022).

Torenlaan 4-6 GOM
Op dit terrein wordt  door Molenaar en van Ginhoven B.V. 13.000 m2 eerste klas bollengrond ingepast evenals het realiseren van een drietal GOM woningen. Ook worden er bedrijfswoningen omgezet naar burgerwoningen. Begin 2021 is de anterieure overeenkomst door partijen ondertekend.

Menneweg 14
Het betreft het realiseren van één nieuwbouw woning, twee inritten en bijbehorende voorzieningen van openbaar nut. Begin 2021 is de anterieure overeenkomst door partijen ondertekend.

Overteylingen Oost

In het plan Overteylingen Oost worden circa 135 woningen gerealiseerd met de bijbehorende openbare voorzieningen, waarvan 26 grondgebonden woningen in de sociale huur en 20 beneden-/bovenwoningen in de middenhuur. Het plan voorziet daarnaast in het realiseren van een tweede hoofdontsluiting van de wijk op de Hoofdstraat. Na wijziging van het bestemmingsplan en afgifte van de vergunningen is de bouw van het project gestart. Voor het project is een anterieure overeenkomst gesloten op basis waarvan een  exploitatiebijdrage is verschuldigd.

Facilitaire projecten; initiatief- of onderzoeksfase

Bij deze projecten wordt  toegewerkt naar een anterieure overeenkomst, De projectleiding heeft aangegeven de kosten in dit stadium al inzichtelijk te willen maken.  Wanneer het tot een overeenkomst komt worden deze kosten verrekend met de ontwikkelaar. Niet verrekenbare kosten worden afgeboekt t.l.v. het rekeningresultaat. Voor het project Nieuw Boekhorst is een krediet verstrekt van
€ 450.000. De uiteindelijke kosten Nieuw Boekhorst worden gedekt uit de algemene reserve. Hiermee rekening houdend wordt er vooralsnog een bedrag van € 227.000 aangemerkt als risico.

Warme gronden            

Definitie: de door de gemeente verworven gronden met het oog op gebiedsontwikkeling, maar waarvoor nog geen operationele grondexploitatie door de Raad is vastgesteld.

Op basis van de wijziging van het BBV in 2016 worden deze warme gronden verantwoord onder materiele vaste activa en wel tegen de verwervingskosten. Het toerekenen (activeren) van andere kosten is niet toegestaan.

Ingeval van duurzame waardevermindering vindt afwaardering plaats naar de waarde volgens de geldende bestemming. Voor gronden die zijn verworven en waarvoor nog geen bestemmingswijziging is doorgevoerd kan dit betekenen dat er (tijdelijk) een forse afwaardering moet plaatsvinden, die grotendeels kan worden teruggedraaid zodra tot de bestemming van bouwgrond wordt besloten. Dit leidt met name bij de gebiedsontwikkeling tot ongewenste effecten, zoals grote fluctuaties in de waardering van deze gronden, en als gevolg daarvan het resultaat en de financiële positie van de gemeente.

Project Hoofdstraat, locatie Langeveld

Voor de uitbreiding van het sportpark (tennisvereniging STV) en de ruimteclaims van dit project op de locatie Langeveld heeft de gemeenteraad in april 2021 een voorstel (geamendeerd) aangenomen. Kern van dit voorstel is dat een stedenbouwkundige verkenning wordt opgesteld met meerdere scenario’s voor woningbouw op de locatie Langeveld en de uitbreiding van STV en dat deze verkenning vervolgens - voorzien van een financiële doorrekening - aan de raad wordt voorgelegd. Inmiddels wordt gewerkt aan de stedenbouwkundige verkenning, waarbij naast de verschillende scenario’s ook de duurzaamheidsopgave en de ambities uit het Woonprogramma worden meegenomen. Aansluitend hierop worden de financiële consequenties van de stedenbouwkundige scenario’s in beeld gebracht.
Risico’s:
Afhankelijk van de besluitvorming over de ruimteclaim tot uitbreiding van het sportpark kan sprake zijn van verkleining van het ontwikkelgebied en daarmee een lagere opbrengstpotentie voor de locatie Langeveld. Een lagere opbrengstpotentie heeft naar alle waarschijnlijkheid tot gevolg dat de taakstellende bijdrage vanuit Langeveld aan het RIF niet volledig kan worden gerealiseerd.

Materiële Vaste Activa (MVA)

Definitie: over grond als materiële vaste activa wordt gesteld, dat deze grond een vaste bestemming heeft en niet in een transformatieproces zit. Dit geldt ook voor gronden die anticiperend en strategisch zijn aangekocht maar waarbij geen sprake is van gebiedsontwikkeling. Bij grond als materiële vaste activa gaat het veelal om ondergrond van gebouwen, wegen, parken, pleinen of van land-/bosbouwgronden.

In deze paragraaf Grondbeleid wordt verder niet ingegaan op grond als materiële vaste activa.

Reserves en voorzieningen
Definitie reserves: deze worden aangehouden als buffer voor risico’s, om lasten te egaliseren en om te sparen voor toekomstige uitgaven.
Definitie voorziening: er is een bedrag apart gezet voor een toekomstige uitgave die onvermijdelijk is, maar waarvan tijdstip en omvang niet exact bekend is.

Het meest essentiële verschil tussen een reserve en een voorziening is dat bij een reserve de Raad de bestemming ervan kan wijzigen. Er is sprake van vrije besteedbaarheid. Bij een voorziening kan dat niet, er is sprake van verplichte bestedingsrichting.         
Reserve grondexploitatie
De stand van de reserve bedraagt per 31 december 2020 afgerond € 13.000,-. De komende jaren vinden hierop geen mutaties plaats. Resultaten uit de grondexploitaties, vooralsnog alleen die van Bloementuin, worden gebruikt voor de vulling van de Reserve Investeringsstrategie Holland Rijnland.

Regionaal Investering Fonds (RIF)
In onderstaande tabel staan de verwachte opbrengsten uit grondexploitaties en verkoop van gemeentelijke gebouwen. De opbrengsten worden gestort in de Reserve Investeringsstrategie Holland Rijnland. De jaarlijkse bijdrage aan het regionaal Investeringsfonds t/m 2024 bedraagt € 731.905 per jaar en wordt onttrokken aan deze reserve.

De reserve wordt gevoed uit de (incidentele) opbrengsten van grond-/vastgoedverkopen. Vanuit Langeveld is rekening gehouden met een taakstellende bijdrage van € 2,8 miljoen. De reële verwachting is echter dat de bijdrage van € 2,8 miljoen vanuit Langeveld niet volledig kan worden gerealiseerd, vanwege de duurzaamheidsambities voor Langeveld en de impact van een eventuele uitbreiding van STV op het ontwikkelgebied (en daarmee de opbrengstpotentie). In de P&C cyclus van 2022 is het belangrijk de vinger aan de pols te houden en waar nodig hierover te rapporteren.

Voorzieningen
Voor het project Hooghkamer is per 31 december 2020 een voorziening getroffen van € 1.018.433.

Weerstandsvermogen
Naast alle andere gemeentelijke risico’s worden ook alle in deze paragraaf Grondbeleid benoemde risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen integraal verwerkt. De paragraaf weerstandsvermogen schept inzicht in de actuele risico’s en het vermogen van de gemeente om deze risico’s op te kunnen vangen. Een risico is een onzekere gebeurtenis die effect heeft op het kunnen behalen van een doelstelling. Risico’s kunnen zowel intern als extern zijn.

Deze pagina is gebouwd op 02/18/2022 14:00:15 met de export van 12/17/2021 14:05:55