Paragrafen

Paragraaf Financiering

Inleiding

De financieringsfunctie dient uitsluitend de publieke taak. Het beleid valt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Centraal in deze wet staan transparantie en risicobeheersing. Om inzicht te geven in de manier waarop de gemeente dit doet en een beeld te geven van de stand van zaken gaan we in deze paragraaf in op de ontwikkelingen rond de gemeentelijke financiering, het te voeren beleid op dit gebied en de risico’s die we daarbij lopen.  

Algemeen

Het door de raad in 2012 vastgestelde “Treasurystatuut Gemeente Teylingen 2012” vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van een liquiditeitstekort of liquiditeitsoverschot, wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken of uitgezet. Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal benut wordt en zoveel mogelijk kort vermogen wordt aangetrokken. Benadrukt wordt dat de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid wordt gevoerd binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido).

Welke ontwikkelingen spelen er?

Rente ontwikkelingen
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in maart 2016 de herfinancieringsrente verlaagd naar 0,00%. Momenteel (augustus 2021) bedraagt de geldmarktrente voor aan te trekken driemaands kasgeldleningen -0,15% (te ontvangen). Het tarief voor negatieve saldi op de rekening-courant (rood staan) is 2,45% (te betalen). De vergoedingen bij het schatkistbankieren staan op 0,00%.
De kapitaalmarktrente voor aan te trekken leningen voor looptijden van 5 en 10 jaar zonder renteherziening bedraagt momenteel resp. -0,14% en 0,05%. De verwachting is dat deze rentetarieven voorlopig ongeveer op dit niveau zullen blijven. Substantiële rentestijgingen worden niet verwacht, vooral omdat de inflatieverwachting achterblijft bij de ECB-doelstellingen.

Gemeentelijke ontwikkelingen
Naar verwachting kan in 2022 de liquiditeit worden gewaarborgd met goedkoop kort geld (looptijd korter dan een jaar). In 2021 is een lening ter grootte van € 10.000.000 op de kapitaalmarkt aangetrokken met een looptijd van 5 jaar. Deze relatief korte looptijd houdt verband met de uitgestelde vrijval van de hybride lening van € 25.200.000 aan de BNG in de komende jaren. Daarnaast is tegelijkertijd een lening ter grootte van € 16.000.000 op de kapitaalmarkt aangetrokken met een looptijd van 20 jaar. De kans bestaat dat (afhankelijk van de realisering van de voorgenomen investeringen en een verder uitstel van de vrijval van de hybride lening) een aanvullende langlopende lening van € 10.000.000 moet worden afgesloten.

Liquiditeitsprognoses
Wekelijks stellen we liquiditeitsprognoses voor de korte termijn op om tijdig in te spelen op schommelingen in de liquiditeit. Jaarlijks stellen we één à twee liquiditeitsprognoses op met een horizon van 4 jaar.

Garantiestelling leningen en verstrekken van leningen
Ons beleid is leningen of garanties uit hoofde van de 'publieke taak' alleen te verstrekken aan partijen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd. Daarbij winnen we vooraf informatie in over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij. Indien een andere voorziening beschikbaar is, verstrekt de gemeente uitsluitend een garantie voor de betaling van rente en aflossing.

Risicobeheer
Het risicobeheer is gericht op het beperken van financiële risico’s. In het Financieringsstatuut zijn richtlijnen en limieten opgenomen, die de basis vormen voor alle transacties op dit gebied. Ons beleid is voornamelijk gebruik te maken van veilige en inzichtelijke financiële instrumenten.
De Wet Fido geeft normen voor het beperken van risico’s. De belangrijkste risicocategorie is het renterisico, waarvan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm belangrijke richtlijnen zijn ter beperking van renterisico’s.
De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd tot één jaar. Het totaal van deze leningen mag niet meer bedragen dan 8,5% van de totale lasten op de begroting. De renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd vanaf één jaar.
De verplichte aflossingen en renteherzieningen op deze leningen mogen niet meer bedragen dan 20% van de totale lasten op de begroting. Het doel van deze normen is om het risico te beperken wanneer bij herfinanciering van de leningen een rentestijging leidt tot hogere lasten.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is het wettelijke maximum aan leningen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet staat toe om in 2022 de financieringsbehoefte tot een bedrag van € 6,7 mln te dekken met kortlopende leningen. Zodra wij deze limiet voor een langere periode (meer dan een half jaar) dreigen te overschrijden, trekken wij ( in het algemeen) een langlopende lening aan of vragen wij (onderbouwd) toestemming aan de provincie om gedurende een bepaalde periode de limiet te mogen overschrijden.
Gelet op de te verwachten relatief lage rente voor kort krediet, maken we zoveel mogelijk gebruik van de toegestane norm, tenzij we sterke rentestijgingen verwachten op de kapitaalmarkt.

Kasgeldlimiet 

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2022

2023

2024

2025

Begrotingstotaal lasten

88.109.821

79.847.470

78.030.611

77.503.841

Max. toegestane kasgeldlimiet (8,5% van begrotingstotaal lasten)

7.489.335

6.787.035

6.632.602

6.587.826

Gemiddeld saldo vlottende korte schuld en vlottende middelen

1.344.500

5.350.000

7.100.000

7.094.500

Ruimte onder kasgeldlimiet

6.144.835

1.437.035

-467.398

-506.674

 

Renterisiconorm  

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2022

2023

2024

2025

1

Renteherziening op langlopende schuld o/g

0

0

0

0

2

Te betalen aflossingen

2.007.864

2.007.864

2.007.864

1.935.259

3

Renterisico (1 en 2)

2.007.864

2.007.864

2.007.864

1.935.259

4

Renterisiconorm

17.621.964

15.969.494

15.606.122

15.500.768

5a

Ruimte onder risiconorm

15.614.100

13.961.630

13.598.258

13.565.509

5b

Overschrijding risiconorm

4a

Begrotingstotaal lasten

88.109.821

79.847.470

78.030.611

77.503.841

4

Renterisiconorm 20% van begrotingstotaal

17.621.964

15.969.494

15.606.122

15.500.768

De verwachting is dat we voor de komende jaren onder de renterisico-norm blijven.

Financieringsbehoefte

Per 1 januari 2022 houden we boekhoudkundig rekening met een financieringsbehoefte van € 4 mln. Dit is een globale berekening van het verschil tussen het totaal van de vaste activa en voorraden grond enerzijds en de vaste financieringsmiddelen anderzijds (reserves, voorzieningen, langlopende leningen). Het werkelijke liquiditeitstekort per 1 januari 2022 zal vermoedelijk lager uitkomen ten gevolge van crediteurensaldi, vertraging van investeringen en vooruit ontvangen bedragen.

Financieringsbehoefte  

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

1-1-2025

1 Reserves en voorzieningen

91.989

88.753

88.032

82.349

2 Langlopende leningen

12.823

43.454

44.446

45.438

3 Totaal vaste financieringsmiddelen

104.812

132.207

132.478

127.787

4 Boekw. Inv., incl. voorraden grond

108.784

135.924

139.461

135.004

Financieringstekort/overschot (3 – 4)

-3.972

-3.717

-6.983

-7.217

Schuldpositie en solvabiliteit
Het BBV schrijft een aantal kengetallen voor ter opname in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicomanagement. Omdat een aantal van deze kengetallen verband houden met de financiering, zijn deze ook hier opgenomen.

Kengetallen

Rekening

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Netto schuldquote

30,8%

21,9%

55,0%

66,3%

69,8%

66,6%

Netto schuldquote gecorr. voor verstr. leningen

-11,3%

9,2%

17,4%

24,9%

27,3%

24,5%

Solvabiliteitsratio

58,9%

67,9%

54,1%

52,6%

52,5%

53,2%

Netto schuldquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Overigens hanteert de VNG een signaalwaarde van 100%, waarboven waakzaamheid is geboden. Een netto schuldquote van hoger dan 130% is een indicatie voor een te hoge schuld. Teylingen zit daar aanzienlijk onder.

Netto schuldquote     

Rekening

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Vaste schulden

+

24.251

24.823

43.454

44.446

45.438

43.503

Netto vlottende schuld

+

10.507

972

4.717

7.983

8.217

7.972

Overlopende passiva

+

12.200

4.000

10.000

10.000

10.000

10.000

Fin. activa (uitsluitend art. 36, d, e, f)*

-

0

0

0

0

0

0

Uitzettingen < 1 jaar

-

16.063

6.750

7.000

7.000

7.000

7.000

Liquide middelen

-

417

2.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Overlopende activa

-

4.182

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Totaal

26.296

18.045

47.171

51.429

52.655

50.475

Totale baten, excl. mutaties reserves

85.372

82.504

85.801

77.523

75.445

75.756

Netto schuldquote

30,8%

21,9%

55,0%

66,3%

69,8%

66,6%

*      Betreft art. 36 BBV
     d.   uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer;

  e.   uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer;

     f.   overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen    

Rekening

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Vaste schulden

+

24.251

24.823

43.454

44.446

45.438

43.503

Netto vlottende schuld

+

10.507

972

4.717

7.983

8.217

7.972

Overlopende passiva

+

12.200

4.000

10.000

10.000

10.000

10.000

Fin. activa (uitsluitend art. 36, b,c,d,e,f)*

-

35.969

10.489

32.255

32.140

32.030

31.920

Uitzettingen < 1 jaar

-

16.063

6.750

7.000

7.000

7.000

7.000

Liquide middelen

-

417

2.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Overlopende activa

-

4.182

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Totaal

-9.673

7.556

14.916

19.289

20.625

18.555

Totale baten, excl. mutaties reserves

85.372

82.504

85.801

77.523

75.445

75.756

Netto schuldquote

-11,3%

9,2%

17,4%

24,9%

27,3%

24,5%

*      Betreft art. 36 BBV
     b.   leningen aan:
        1.   openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden;
        2.   woningbouwcorporaties;
        3.   deelnemingen;
        4.   overige verbonden partijen;
     c.   overige langlopende leningen;
     d.   uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer;

  e.   uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer;

     f.   overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Solvabiliteitratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin het bezit op de balans gefinancierd is door het eigen vermogen en in hoeverre de gemeente aan de financiële verplichtingen kan voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Onder het eigen vermogen verstaan we de algemene reserve en de overige bestemmingsreserves en het eventuele resultaat uit het overzicht baten en lasten. Voor de solvabiliteitsratio geldt: hoe hoger hoe beter.
De gemiddelde solvabiliteit van de Nederlandse gemeenten is momenteel ± 33%.

Solvabiliteitsratio

Rekening

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Eigen vermogen

85.127

82.664

79.555

79.086

76.666

75.083

Balanstotaal

144.609

121.784

146.924

150.461

146.004

141.259

Solvabiliteit (ev/balanstotaal)

58,9%

67,9%

54,1%

52,6%

52,5%

53,2%

Verstrekte leningen
Ons beleid is leningen en garanties alleen te verstrekken aan partijen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd uit hoofde van de 'publieke taak'. Wij gaan hier terughoudend mee om, waarbij garantieverlening de voorkeur heeft.

Verstrekte leningen per einde dienstjaar

rek. 2020

begr.2021

begr.2022

Leningen aan woningbouwcorporaties

STEK

20.569

19.002

17.372

Woonstichting Vooruitgang

3.598.472

3.404.014

37.600

3.619.041

3.619.041

54.971

Leningen aan deelnemingen

Lening aan BNGbank

25.200.000

0

25.200.000

25.200.000

0

25.200.000

Overige verstrekte langlopende leningen u/g

Starters- en duurzaamheidsleningen

6.337.261

6.254.565

6.497.261

Leningen aan verenigingen en instellingen

812.429

811.386

704.239

7.149.690

7.065.951

7.201.500

Totaal verstrekte leningen

35.968.731

10.488.967

32.456.472

Rentemethodiek
In het vernieuwde BBV is opgenomen dat de paragraaf financiering van de begroting en jaarrekening naast de beleidsvoornemens en het gerealiseerde beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille ook verplicht inzicht moet geven in:

- de rentelasten uit externe financiering
- het renteresultaat
- de wijze van rentetoerekening.

Door onderstaand overzicht en toelichting in de paragraaf financiering op te nemen wordt invulling gegeven aan deze verplichting.

Renteomslag

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

1-1-2025

Restant korte financiering

             4.600

          4.717

          7.983

          8.217

Restant lange financiering

          38.823

       43.454

       44.446

       45.438

Totaal externe financiering

43.423

48.171

52.429

53.655

Gewogen gemiddeld rentepercentage externe financiering

1%

1%

1%

1%

tbv rente eigen vermogen (nvt)

a1. De externe rentelasten over de korte financiering

+

                   25

                25

                25

                25

a2. De externe rentelasten over de lange financiering

+

                373

             315

             257

             200

b.   De externe rentebaten (incl. rente hyb.lening)

-/-

                873

             850

             820

             790

     Totaal door te rekenen externe rente 

               -475

            -510

            -538

            -565

c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

                    -  

                 -  

                 -  

                 -  

c2. De rentelasten van projectfinanciering

-/-

                    -  

                 -  

                 -  

                 -  

c3. De rentebaten van doorverstrekte leningen (projectfinanciering)

+

                    -  

                 -  

                 -  

                 -  

     Saldo door te rekenen externe rente

               -475

            -510

            -538

            -565

d1. Rente over eigen vermogen

+

                    -  

                 -  

                 -  

                 -  

d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde)

+

                    -  

                 -  

                 -  

                 -  

     De aan taakvelden toe te rekenen rente

               -475

            -510

            -538

            -565

e.  De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-/-

0

0

0

0

f.   Renteresultaat op het taakveld treasury

-475

-510

-538

-565

                    -  

                 -  

                 -  

                 -  

Boekwaarde activa voor renteomslag, excl. verstrekte leningen

        105.154

     100.110

       95.067

       91.523

Omslagrenteberekening

-0,45%

-0,51%

-0,57%

-0,62%

Afronden naar

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

EMU-saldo en de Wet HOF
De wet HOF (Wet Houdbare Overheidsfinanciën) bevat een richtlijn over de tekortnorm voor de decentrale overheden. Dit houdt in dat aan de kasstroom van de lagere overheden gezamenlijk (het EMU-saldo) een maximum is gesteld. Hiervan afgeleid is voor iedere gemeente een zogenaamde referentiewaarde (fictief aandeel) vastgesteld. Voor Teylingen bedraagt deze ± 3,5 mln. Er zijn aan eventuele overschrijdingen nog geen sancties verbonden.

EMU saldo prognose  (x € 1.000)

2022

2023

2024

2025

1

Exploitatiesaldo voor toevoeging aan (+) cq onttrekking uit reserves (-) 

-/+

          86

   -3.531

   -6.210

   -4.604

2

Afschrijvingen ten laste van de exploitatie

+

     4.802

     5.196

     5.528

     5.466

3

Bruto dotaties aan de voorzieningen ten laste van de exploitatie

+

        870

     2.395

     2.413

     2.413

4

Uitgaven aan investeringen in (im) materiële vaste activa

-

     8.776

     8.390

     1.181

        831

5

De in mindering op 4 gebrachte bijdragen van Rijk, Provincie, EU en ov.

+

6a

Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im) materiële vaste activa

+

              -

              -

              -

              -

6b

Boekwinst op desinvesteringen in (im) materiële vaste activa

-

              -

              -

              -

              -

7

Uitgaven aan aankoop van grond en uitgaven van bouwrijp maken

-

     2.222

          35

          35

          35

8a

Verkoopopbrengsten van grond

+

     6.235

     1.431

              -

              -

8b

Boekwinst op grondverkopen

-

9

Betalingen ten laste van voorzieningen

-

     2.822

     2.647

     2.763

     2.763

10

Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen

-

Geraamd EMU-saldo

   -1.827

   -5.581

   -2.248

       -354

Deze pagina is gebouwd op 02/18/2022 14:00:15 met de export van 12/17/2021 14:05:55